Saboteur
Aan dit boek wordt op dit moment gewerkt!
Lees hier alvast een klein voorsmaakje...
'Volg de pijlen.'
Een akelige stem echode door de gang en deed Aarons hartslag de hoogte in schieten. Hij keek zoekend om zich heen.
Op de muren stonden allerlei tekeningen en woorden, voornamelijk vieze woorden, maar ook telefoonnummers in graffiti. Het was een warboel van tekens die doorheen de jaren waren aangebracht, maar over alles heen stond een bloedrode pijl die duidelijk later was aangebracht. Je kon de verf zelfs nog ruiken, zo nieuw was het. Het was een pijl die rechtdoor wees, dieper het fort in.
'Volg de pijlen,' herhaalde de stem. Aaron tuurde in de duisternis in de hoop de organisator een eindje verderop te zien staan.
'Er hangen overal camera's en microfoons,' wees Caleb. 'Zo houden ze ons vast in de gaten. En zo kan hij met ons communiceren zonder zijn gezicht te laten zien.'
Aaron zag inderdaad een camera en een kleine luidspreker, die ongetwijfeld gebruikt werd als een soort intercomsysteem. In het weinige licht zag hij verderop in de gang nog meer camera's hangen. Dat stelde hem enigszins gerust, ze werden in de gaten gehouden. Mocht er iets gebeuren, zou de organisator hen snel te hulp kunnen schieten.
'Volg de pijlen,' zei de stem voor de derde keer. Aaron liep naar het teken aan de muur. In het flakkerende toortslicht leek het wel bloed.
Finn leek zijn gedachten te raden. Hij wreef met zijn wijsvinger over de verf en rook eraan. 'Gewoon verf,' grijnsde hij. Davina nam een paar foto's van de bloederige pijlen, waarna ze vertrokken. Het spel was nu echt begonnen.
Davina liep voorop en de vijf anderen volgden haar door de gangen van het fort. Hier en daar hingen er vleermuizen aan het plafond, die door Davina gretig gefilmd werden. 'Hoe spannend!' riep ze de hele tijd. 'Ik heb nog nooit zo veel vleermuizen bij elkaar gezien, jullie wel? En hoe schattig hangen ze daar!'
'Zullen we ze wakker proberen te maken?' stelde Finn voor terwijl hij een steen opraapte van de grond. Hij werd gelukkig tegengehouden door de anderen.
Het was zo'n typisch fortgebouw met een lange, brede gang die helemaal van de ingang naar de achterkant van het forteiland liep. Om de paar meter waren er links en rechts andere gangen die op deze uit kwamen, en af en toe ook een deur waarachter vast een ruimte zat die niet betreden mocht worden.
De gang waardoor ze liepen was redelijk mooi afgewerkt, met een stenen vloer die duidelijk later was aangelegd om toeristen te lokken, al was ook dat iets van lang vervlogen tijden. Op sommige plekken hingen infoborden die net zo verweerd waren als het bord bij de ingang.
Aaron wierp een blik in de gangen die haaks stonden op deze gang en zag dat die heel anders waren. Deze gangen waren laag en smal, de vloer was nat en duidelijk nog steeds dezelfde als toen het fort nog gebruikt werd indertijd. De muren waren ruw, je kon je er pijnlijk aan openhalen. Aaron kon zich makkelijk inbeelden dat hier vroeger soldaten hadden gelopen. Was dat trouwens een vlek rode graffiti op de muur, of een bloedvlek?
De volgende pijl wees niet rechtdoor, maar boog af naar links, recht zo'n griezelige gang in. In die gang was het aardedonker, want hier waren geen fakkels ontstoken. 'Daar durf ik niet in te gaan, hoor!' rilde Davina.
Caleb bood haar zijn arm aan en overhaalde haar om mee te gaan. Ze pakten allemaal hun telefoon om bij te lichten. Stiekem was Aaron ook een beetje bang. Als hij zijn armen aan beide kanten uitstak, kon hij makkelijk de afstand tussen beide muren overbruggen.
De pijlen leidden hen steeds verder het gebouw in. Het leek wel een doolhof en Aaron begon zich af te vragen hoe ze hier straks weer uit moesten raken. Becky liet een keer haar telefoon uit haar handen glippen, wat enge schaduwen veroorzaakte.
Het huilen van de wind was steeds minder goed te horen, omdat ze dieper en dieper het gebouw in liepen. De snijdende wind voelde hij niet langer, maar hij wist dat het op deze plaats altijd koud was, zelfs wanneer het buiten dertig graden was.
Het werd Aaron snel duidelijk dat hier al een hele tijd niemand meer kwam. In de gangen hing een zwakke wietgeur die de muffe keldergeur overtrof en hij meende zelfs een gebruikte naald te zien liggen. Hij vroeg zich af of dat bij het decor hoorde, of dat de organisator nog niet helemaal klaar was geweest met opruimen. Hij merkte ook dat Finn met een vreemde blik naar de spullen keek.
'Ik denk dat we daar moeten zijn,' wees Caleb na een poosje. Zijn kreet deed een kolonie vleermuizen opschrikken die aan het plafond hing te slapen. Ze fladderen omlaag en door elkaar.
Aaron gluurde om Calebs imposante figuur heen en zag een ruimte waar licht brandde. Davina hield haar telefoon in de aanslag om alles op de gevoelige plaat vast te leggen. Met haar andere hand hield ze Calebs arm vast, en die leek dat helemaal niet erg te vinden.
Finn liep voorop. Ze haastten zich ernaartoe. Zowel aan de linker- als aan de rechterkant van de deur stonden bloedrode pijlen die naar binnen wezen. De ruimte was rond, met bovenaan boogvormige gewelven. De muren waren gemaakt van ruwe stenen en hier en daar zaten nissen waarin lampen stonden te branden. Er waren geen ramen of zelfs schietgaten, maar aangezien het buiten donker was, had dat toch geen verschil gemaakt.
De flakkerende kaarsen wierpen grillige schaduwen op de ruimte. De vloer in de gangen was stoffig en vuil, maar in de kapel was de vloer redelijk schoon, alsof iemand hem schoongemaakt had.
In het midden van de ruimte stond een ronde, houten tafel, die zo groot was dat er nog maar net zes stoelen omheen pasten. De wind die door de gangen waaide, zorgde voor een griezelig, fluitend geluid. Verder was er niets te horen in de kapel. Het rook er nogal muf en het was er koud, koud als in een grafkelder.
Aaron en de anderen verdrongen elkaar rondom de ronde tafel in het midden van de ruimte. Daarop lag een rechthoekig doosje waarop een kabouter stond afgebeeld.
'Saboteur!' riep Aaron uit. Impulsief griste hij het doosje van de tafel en maakte het open, in de verwachting dat er een aanwijzing in zou zitten voor het vervolg van de escaperoom. Meer dan honderd speelkaarten vielen er echter uit, en belandden bovenop en onder de tafel.
Opeens floepte het licht van het scherm aan de rechtse muur aan. Het duurde een paar tellen voor Aarons ogen gewend waren aan het felle licht, maar toen zag hij zijn eigen naam bovenaan een lijst. De namen die eronder stonden, dat moesten de anderen zijn. Shit, waarom stond hij als eerste?
Dat was echter niet alles. Naast de namen stond overal een geldbedrag, dat momenteel nog bij iedereen op nul euro stond. 'Daar verschijnen straks waarschijnlijk onze scores!' riep Caleb enthousiast. Davina klikte als een bezetene om het scherm vast te leggen.
'Welkom, kandidaten,' klonk er door de intercom. 'Welkom bij Saboteur. Mijn naam is dokter Minsk.' Aaron zag hoe Davina haastig begon te filmen. 'Jullie zijn geselecteerd om deel te nemen aan dit unieke, eenmalige evenement waarbij eveneens hoge prijzen gewonnen kunnen worden. Ga zitten en begin te spelen, want de tijd loopt.'
Aan dit boek wordt momenteel hard gewerkt! Volg mijn socials om op de hoogte te blijven.